Leren van ‘Leren discussiëren’

L

Met veel plezier heb ik het artikel ‘Leren discussiëren’ gelezen en ik heb er een en ander van gebruikt in de rekenlessen van de afgelopen weken. Mijn kersverse groep 7 blijkt aan het begin van het schooljaar nog erg gewend te zijn aan uitleg van de leerkracht. Uitleg van medeleerlingen wordt niet altijd vertrouwd. Tijdens de leerkrachtgebonden lessen uit de methode Pluspunt merk ik, dat veel kinderen het ook moeilijk vinden om uit te leggen hoe ze een probleem opgelost hebben. ‘Ik deed eerst… eh, eh…, o nee, daarvoor moet je nog…’ De chaotische verklaringen zijn voor mij al verwarrend, laat staan voor de andere leerlingen. Ik ‘vertaal’ veel en langzamerhand verval ik meer en meer in uitleggen. Het artikel was een goede aanleiding om het eens anders aan te pakken.

Les 1 gaat over het berekenen van onregelmatige oppervlaktes. De kinderen vormen groepjes van twee of drie leerlingen. Ze krijgen een kopie met drie eilanden en een blaadje met hokjes van één vierkante centimeter. Vooraf leg ik de nadruk op dat blaadje door te vragen hoe groot de oppervlakte van één vierkantje is. De opdracht luidt: ‘kies een eiland en bereken de oppervlakte van dit eiland. Schrijf op je blaadje hoe je te werk bent gegaan.’ Er wordt enthousiast gewerkt. Kinderen die de bedoeling niet snappen help ik op weg met opmerkingen als: ‘Ik heb het blaadje met de vierkantjes er met een speciale bedoeling bijgegeven’ of zelfs: ‘Als je je eiland nu eens op het blaadje met de vierkantjes legt?’ Bijna alle kinderen komen zo op een goede oplossing uit. Vijf kinderen blijven vasthouden aan wat ze al weten: oppervlakte is lengte maal breedte.

Een paar dagen later gaat de les over het berekenen van een visserijzone en de uitbreiding daarvan. Gegeven: 1 zeemijl is ongeveer 1,85 km. Bereken de oppervlakte van een 50 mijlszone rondom een eiland in vierkante kilometers en bereken de oppervlakte als de zone naar 100 mijl uitgebreid wordt. Hoeveel keer groter is de oppervlakte geworden? Twee groepen gaan enthousiast het probleem te lijf. Eén groep denkt blijkbaar: ‘Bekijk het maar, ik hoor straks het antwoord wel.’ Ze doen alleen iets als ik erbij sta. Een andere groep valt direct in drie individuen uiteen en ze berekenen de som alle drie apart. Eén groepje kinderen wordt zo wanhopig, dat ze, zelfs als ik ze opstapjes aanreik, paniekerig blijft reageren. In een ander groepje probeert een leerling iets aan de anderen uit te leggen. Die begrijpen haar niet met als gevolg een gefrustreerde uitlegster.

De kinderen die gemotiveerd aan het werk gingen, hebben van deze manier van werken veel geleerd. Ik kom echter ook obstakels tegen waar ik nog niet zo direct een oplossing voor heb, zoals: • De motivatie van kinderen die het ‘wel geloven’. • Een zwakkere of wat faalangstige leerling ziet zich voor een muur geplaatst en komt tot niets meer. • De uitleg van de kinderen achteraf is’ vaak zo omslachtig of chaotisch dat ik niet weet of anderen daar iets van opsteken. • Kinderen die het probleem door hebben, kunnen bij hun uitleg niet goed snappen dat anderen het probleem nog niet hebben begrepen en raken geïrriteerd.

Al met al vond ik de manier van lesgeven uitdagend, en hoewel ik het niet iedere dag op deze manier aan zal pakken, is het zeker voor herhaling vatbaar.